De freelance tekstschrijver en de kerstborrel

Het is alweer eind december. De tijd van de kerstborrels, kerstlunches, kerstfeesten en -bijna- nieuwjaarsborrels. En natuurlijk het kerstpakket! Verwachtingsvol maken werknemers in het hele land de envelop, doos, kist of trolley open. Wat zal er dit jaar inzitten? Jarenlang had ook ik ermee te maken, toen ik nog in loondienst werkte als online redacteur. Maar nu niet meer. Helaas?

Nieuwsartikel

Als freelance tekstschrijver is het toch een heel ander verhaal. Van een aantal relaties kreeg ik een leuke kerstkaart en van een zelfs een mooie fles wijn met bijpassende lekkere hapjes. Ik word dus niet vergeten tijdens de donkere dagen voor kerst, maar het is niet hetzelfde als een gezellige kerstborrel met collega’s. Meestal geniet ik van de vrijheid die het freelancen me geeft. En de variatie, want elke opdracht is anders. Als freelance tekstschrijver creëer je de ene dag een nieuwsartikel voor een opleidingsinstituut, de volgende dag een artikel over een modemerk voor een online warenhuis. De afwisseling maakt het werk boeiend. Je schrijft over allerlei onderwerpen, voor verschillende organisaties en in verschillende vormen: blogs, nieuwsartikelen, websiteteksten, landingspagina’s, maar ook human interest verhalen voor gedrukte vakbladen en brochureteksten.

Collega’s

Maar toch, rond feestdagen mis ik collega’s. Niet alleen vlak voor Kerstmis, om samen het kerstpakket te beoordelen. Of op 2 januari om de beste wensen voor het nieuwe jaar uit te wisselen. Ook rond Pasen en Pinksteren voel ik dat gemis, dat ergens achter in mijn hoofd knaagt. Een opdrachtgever via de mail fijne kerst-, paas- of pinksterdagen wensen, is toch anders dan een collega die tegenover je zit.

Interessante opdrachten

Natuurlijk maak ik het wel gezellig in mijn kantoortje aan huis. Kerstboompje, lichtjes, kerstkaarten aan de muur, ronkende kat op schoot… En als ik mijn hond uitlaat, wens ik andere hondeneigenaren fijne feestdagen. Dat zijn eigenlijk mijn collega’s bij gebrek aan echte. Maar begin januari is de kerstboom opgeruimd. Dan ga ik weer aan de slag met al die interessante opdrachten in het nieuwe jaar! En ervaar de voordelen van een freelance tekstschrijver zijn.

De beste tips om je eigen tekst te corrigeren

Je hebt een tekst geschreven. Met het bekende ‘kill your darlings’ in je hoofd heb je flink zitten schrappen. Alle overbodige informatie heb je eruit gehaald. Alle kromme zinnen en tikfouten heb je gedeletet. Je tekst is nu foutloos, dus je kunt hem meteen online zetten. Helaas. Niets (nou ja, bijna niets) is zo lastig als je eigen teksten redigeren of corrigeren. Je kijkt al heel snel over tikfoutjes, ontbrekende letters en een spatie te veel of juist te weinig heen.

Als freelance tekstschrijver heb ik niet de luxe van een collega tegenover me. Een collega aan wie ik kan vragen even een tekst door te lezen voordat ik die mail naar een opdrachtgever. Ik heb veel ervaring als tekstschrijver en heb ook behoorlijk wat teksten van anderen geredigeerd of gecorrigeerd. Daardoor ken ik wel een paar handige trucs die je helpen om je eigen teksten beter na te kijken. Ik heb de beste op een rij gezet.

Tips die je helpen teksten te redigeren

Tip 1 Maak het lettertype op je scherm wat groter

Zet niet het beeldscherm op 200% zoals sommige mensen doen, maar zet het lettertype op bijvoorbeeld 16 of 18 punten. Als de letters net wat groter zijn, spoor je foutjes in je tekst sneller op. En nee, deze tip geldt absoluut niet alleen voor mensen die stiekem een leesbril nodig hebben.

Tip 2 Lees lukraak

Lees de tekst niet van boven naar beneden, maar pik er lukraak wat zinnen uit of begin onderaan met lezen. Je haalt zo niet alleen fouten uit je tekst, maar het dwingt je ook over de volgorde van zinnen en alinea’s na te denken.

Tip 3 Hardop lezen

Het lijkt onzin, maar het werkt echt: lees je tekst hardop en foutjes of ontbrekende woorden vallen eerder op. Misschien zie je wat verbaasde gezichten om je heen, maar wat maakt het uit. Als het maar een foutloze tekst oplevert.

Tip 4 Print je tekst uit

Tja, het is niet goed voor het milieu, maar wel goed voor de kwaliteit van je tekst. Op papier zie je spel- en grammaticafouten, ontbrekende woorden en onlogische zinsvolgordes nou eenmaal sneller dan op het beeldscherm van je laptop, tablet of computer. En het leest ook veel prettiger.

Tip 5 Laat je tekst even liggen

Schrijf je tekst, corrigeer hem en kijk er dan minstens een uur niet naar. Liefst nog langer. Op een gegeven moment word je namelijk blind voor je eigen fouten. De tekst later met een frisse blik lezen, kan dat voorkomen.

Tip 6 Gebruik de spellingscontrole

Deze tip lijkt misschien een dooddoener, toch gebruiken sommige mensen de spellingscontrole niet of nauwelijks. Ook handig als je een tekst in een andere taal moet schrijven of nakijken!

Tip 7 Negeer de spellingscontrole

Huh? De spellingscontrole van je tekstverwerkingsprogramma pikt helaas niet alle spelfouten uit je tekst. En als een verkeerd geschreven woord (word) een bestaand (bestand) woord is, negeert het spellingshulpje dat. Negeren hoeft niet, maar vertrouw niet blindelings op de spellingscontrole om verrassingen in je tekst te voorkomen.

Tip 8 Laat je teksten schrijven of redigeren door een freelance tekstschrijver

Vind je het toch wat lastig of heb je gewoon geen tijd om met de teksten op je website aan de slag te gaan? Als je hulp nodig hebt bij het schrijven, verbeteren of corrigeren van de teksten op je website kun je mij natuurlijk altijd inschakelen. Stuur me een mailtje voor meer informatie of een offerte.

Zwarte Piet: met hoofdletters schrijven of niet?

Het is weer november dus de discussie rond (Zwarte) Piet barst weer los. Iedereen mag daar zijn of haar mening over hebben, daar bemoei ik me niet mee. Maar ik kan het ook niet laten om tussen het schrijven door een blik te werpen op de vele berichten en reacties over dit heikele onderwerp. Dat niet iedereen de regels rond hoofdletters in de vingers heeft, wordt dan snel duidelijk.

Sinterklaas en sinterklaasavond

Daarom heb ik even de regels op een rijtje gezet. Voor al die mensen die de komende weken hun mening op Facebook, Twitter en Instagram gaan ventileren. En ook voor al die mensen die bij het maken van sinterklaasgedichten de plank niet mis willen slaan.

Sinterklaas, of Sint-Nicolaas zoals sommige mensen zeggen,

Schrijven we met een hoofdletter, dat is eenvoudig uit te leggen.

Het gaat om de enige echte man, vergis je niet

En niet om een hulpsinterklaas en zijn hulppiet.

Alleen Sinterklaas brengt op 5 december pakjes rond

Tenzij het weer echt vreselijk is op sinterklaasavond.

Dan wacht hij tot de komst van zijn collega de Kerstman

Die dan sinterklaascadeaus naar kinderen brengen kan.

Maar meestal verschijnt Sinterklaas met zijn Zwarte Piet

Of zoals tegenwoordig: met een regenboog- of gewone piet.

Na sinterklaasavond komt Kerstmis, al heel snel

Al dat sinterklaassnoep moet dan op zijn, jawel.

Want met kerst brengt een kerstman, gewoon een verklede man,

In elk huis een kerstster en kerstcadeautjes, als hij kan.

Feestdag

Vind je het verwarrend? Dan ben je niet de enige. Zelfs taalinstanties zijn het niet met elkaar eens. Volgens de officiële spelling is sinterklaasavond met een kleine letter. Maar feestdagen schrijf je met een hoofdletter, dus dan is het: Sinterklaasavond en Sinterklaasfeest.

Er zijn een paar algemene regels:

  • Eigennamen schrijf je met een hoofletter, dus het is altijd Sinterklaas, Zwarte Piet en de Kerstman. Maar dan alleen als je het over de echte hebt, dus: ‘Sinterklaas komt morgen in Utrecht aan.’
  • Als je deze personen in algemene zin gebruikt, schrijf je de namen met kleine letters. Bijvoorbeeld: ‘Ik zag een dronken kerstman op de Oude Gracht in Utrecht.’
  • Combineer je de woorden sinterklaas, kerst(man)en zwarte piet met een ander woord? Dan je schrijf je ze volgens de officiële regels met kleine letters en aan elkaar: sinterklaasgedicht, kerstfeest en zwartepietenpruik.

 

 

 

Tekstschrijver m/v

Ik ben van de leeftijd dat ik weleens kleren kocht bij de Zij en mijn man bij de Hij. Het was duidelijk en overzichtelijk. Op een gegeven moment, in 1999, heetten beide winkels ineens WE Fashion. Dat was best lastig. In je eigen stad wist je wel welke WE-winkel welke kleding verkocht. Maar was je eens leuk aan het shoppen in een andere stad, dan werd het lastig. Dan kon je niet meer op het logo op de gevel afgaan, maar moest je richting winkel lopen om in de etalage de koopwaar te bekijken.

Was Hij/Zij/WE Fashion een voorloper van de huidige genderneutrale beweging? Want daar kunnen we wel van spreken. Inwoners van Amsterdam worden niet meer aangesproken met meneer of mevrouw. Ook de NS drukt reizigers genderneutraal op het hart geen spullen te vergeten in de trein. Bij de Hema mag je voortaan zelf kiezen of je dat jurkje of dat T-shirt met een draak erop geschikter vindt voor een meisje of een jongen – pardon: voor een kind.

Genderneutraal schrijven

Ik vind het een prima ontwikkeling. Iedereen mag dragen wat hij of zij wil; zich mannelijk, vrouwelijk of beide voelen. Maar wat betekent het voor onze taal? Wat betekent het voor mij als tekstschrijver? Gaan we de woorden hij en zij afschaffen en spreken we alleen nog van ‘persoon’. Betekent dit het einde van vrouwelijke en mannelijke woorden? Wat gaat er gebeuren met de bezittelijke voornaamwoorden? En waarom krijgt een onzijdig woord eigenlijk een mannelijk bezittelijk voornaamwoord? Het is toch genderneutraal? Het lost wel een lastig taalprobleem op. Nooit meer twijfelen of het ‘de regering die haar…’ of ‘de regering die zijn…’ moet zijn. Of ‘De NS die zijn/haar/hun treinen…’ Wat was het ook alweer?

Eén bezittelijk voornaamwoord

Wat dat betreft is het Engels praktischer. Als het niet duidelijk is of het om een vrouw/meisje of man/jongen gaat, gebruik je gewoon ‘their’. Each child has their own locker. Geen gehannes met ‘zijn/haar’. Wel zo gemakkelijk! Natuurlijk worden her and his nog wel gewoon gebruikt. Maar het is een stapje verder dan ons gekunstelde ‘Ieder kind heeft zijn of haar eigen locker’. Als tekstschrijver kan ik mooiere zinnen schrijven als ik het soms onvermijdelijke ‘Hij of zij heeft…’ niet meer probeer te vermijden.

In het kader van het genderneutrale debat pleit ik voor het afschaffen van een vrouwelijke of mannelijke vorm van woorden. Alle woorden hetzelfde bezittelijk voornaamwoord! Ook wel zo gemakkelijk voor alle nieuwe Nederlanders. Ons taaltje is immers al lastig genoeg om te leren met al die ingewikkelde spellings- en grammaticaregels.