Te oud om te schrijven?

‘Werkgevers prijzen oudere werknemers’, kopte dagblad Trouw deze week. ‘Ruim driekwart van de ondernemers vindt dat 55-plussers even goed functioneren als jongeren. En 12 procent vindt zelfs dat ouderen beter presteren.’

Dat is goed nieuws voor ‘ouderen’ die een vaste baan hebben. Ze worden gewaardeerd. Is het ook goed nieuws voor leeftijdsgenoten die op zoek zijn naar een (nieuwe) baan? De meeste werkgevers zijn blijkbaar blij met hun rijpere medewerkers. Maar denken ze ook zo positief over niet-zo-jonge mensen als het tijd is om nieuw personeel te werven?

Op zoek naar een redacteur – of niet?

Een paar jaar geleden kwam ik weer in Nederland wonen na een expatavontuur in het Midden-Oosten. Zodra mijn gezin en ik weer enigszins gesetteld waren, ging ik voorzichtig om me heen kijken voor een passende baan. Echt veel vacatures zag ik niet. Kennelijk waren niet veel werkgevers op zoek naar een nieuwe redacteur of webredacteur. Op zich niet zo gek, want tijdens de economische crisis waren veel vakgenoten ontslagen. Schrijfwerk wordt sindsdien vaak uitbesteed aan communicatie- en redactiebureaus. En aan freelance tekstschrijvers en redacteuren natuurlijk.

Schrijven kun je leren

Maar wat me nog het meest opviel… Of nee, ik kan beter zeggen: wat me nog het meest tegenviel, was het feit dat in de meeste vacatureteksten een duidelijke voorkeur voor piepjonge redacteuren en tekstschrijvers naar voren kwam. Een paar van de voorbeelden die ik tegenkwam tijdens mijn zoektocht:

“Je bent bijna of net afgestudeerd.”
“Je bent toe aan je tweede baan.“
“Je hebt maximaal drie jaar ervaring.”
“Pas jij in ons jonge, enthousiaste team?”

Soms stond er letterlijk dat de werkgever op zoek was naar iemand jonger dan 30 jaar. En vaak bleken de vacatures stageplekken te zijn. Schrijven kun je leren, ja, maar soms is (wat meer) ervaring wel zo handig.

Freelance tekstschrijver

Tja, en daar sta je dan met je jaren ervaring als redacteur, webredacteur en tekstschrijver. Ik ben nog lang geen 55-plusser maar ook geen 30’er meer. Als 40-plusser ben ik te oud voor veel werkgevers. Maar te jong om ‘geprezen te worden als oudere werknemer’. Dus besloot ik zoals veel vakgenoten voor mij als freelance tekstschrijver door het leven te gaan. In eerste instantie als noodzaak bij gebrek aan een leuke baan.

De voordelen van freelance werken

Inmiddels zie ik vooral de voordelen van freelancen en ben ik niet meer op zoek naar een baan.
Ten eerste waardeer ik de afwisseling in opdrachten. De ene keer schrijf ik een blog over tenten, een andere keer interview ik een directeur voor de nieuwssite van een universiteit.
Ten tweede geniet ik van de vrijheid. Ik kan werken wanneer en waar ik wil. Voor mij geen dagelijks geforens midden in de spits naar een grijs kantoor in een andere stad. Ik geniet elke lunchpauze samen met mijn hond van de natuur.

Ik heb dus van de nood de deugd gemaakt, om maar even een lekker ouderwets spreekwoord uit de kast te trekken. Toch is het jammer dat als het op werven en selecteren aankomt, de meeste werknemers kennelijk toch liever een (piep)jong iemand zonder ervaring aan hun team toevoegen.

Aan hun jonge, enthousiaste team natuurlijk.

Tekstschrijver m/v

Ik ben van de leeftijd dat ik weleens kleren kocht bij de Zij en mijn man bij de Hij. Het was duidelijk en overzichtelijk. Op een gegeven moment, in 1999, heetten beide winkels ineens WE Fashion. Dat was best lastig. In je eigen stad wist je wel welke WE-winkel welke kleding verkocht. Maar was je eens leuk aan het shoppen in een andere stad, dan werd het lastig. Dan kon je niet meer op het logo op de gevel afgaan, maar moest je richting winkel lopen om in de etalage de koopwaar te bekijken.

Was Hij/Zij/WE Fashion een voorloper van de huidige genderneutrale beweging? Want daar kunnen we wel van spreken. Inwoners van Amsterdam worden niet meer aangesproken met meneer of mevrouw. Ook de NS drukt reizigers genderneutraal op het hart geen spullen te vergeten in de trein. Bij de Hema mag je voortaan zelf kiezen of je dat jurkje of dat T-shirt met een draak erop geschikter vindt voor een meisje of een jongen – pardon: voor een kind.

Genderneutraal schrijven

Ik vind het een prima ontwikkeling. Iedereen mag dragen wat hij of zij wil; zich mannelijk, vrouwelijk of beide voelen. Maar wat betekent het voor onze taal? Wat betekent het voor mij als tekstschrijver? Gaan we de woorden hij en zij afschaffen en spreken we alleen nog van ‘persoon’. Betekent dit het einde van vrouwelijke en mannelijke woorden? Wat gaat er gebeuren met de bezittelijke voornaamwoorden? En waarom krijgt een onzijdig woord eigenlijk een mannelijk bezittelijk voornaamwoord? Het is toch genderneutraal? Het lost wel een lastig taalprobleem op. Nooit meer twijfelen of het ‘de regering die haar…’ of ‘de regering die zijn…’ moet zijn. Of ‘De NS die zijn/haar/hun treinen…’ Wat was het ook alweer?

Eén bezittelijk voornaamwoord

Wat dat betreft is het Engels praktischer. Als het niet duidelijk is of het om een vrouw/meisje of man/jongen gaat, gebruik je gewoon ‘their’. Each child has their own locker. Geen gehannes met ‘zijn/haar’. Wel zo gemakkelijk! Natuurlijk worden her and his nog wel gewoon gebruikt. Maar het is een stapje verder dan ons gekunstelde ‘Ieder kind heeft zijn of haar eigen locker’. Als tekstschrijver kan ik mooiere zinnen schrijven als ik het soms onvermijdelijke ‘Hij of zij heeft…’ niet meer probeer te vermijden.

In het kader van het genderneutrale debat pleit ik voor het afschaffen van een vrouwelijke of mannelijke vorm van woorden. Alle woorden hetzelfde bezittelijk voornaamwoord! Ook wel zo gemakkelijk voor alle nieuwe Nederlanders. Ons taaltje is immers al lastig genoeg om te leren met al die ingewikkelde spellings- en grammaticaregels.

 

Warm!

Schijven in de hitte

Freelancers kunnen werken wanneer ze willen. Bij mooi weer zitten ze massaal op een terras aan de rosé of latte. Als het regent gaan ze even hard aan de slag om het werk in te halen. Toch?

Pff… Zwetend zit ik achter mijn laptop stukjes te tikken. Het is hartje zomer en warm, heel warm. Af en toe zet ik de ventilator aan voor een welkom verfrissend briesje. Helaas zorgt dat verfrissende briesje er ook voor dat de papieren op mijn bureau omhoog waaien. Een tijdje probeer ik ze nog tegen te houden door er demonstratief met mijn arm op te leunen tot er te vaak papieren van mijn bureau afwaaien.  Ik geef het op en zet de ventilator uit. Dan maar in een te warme kamer zitten en proberen me te concentreren.

Hete herfst

En toch ben ik wel wat gewend op het gebied van warmte. Warmte? Zeg maar gerust hitte.  Ik heb bijna zes jaar op een van de warmste plekken ter wereld gewoond: de Verenigde Arabische Emiraten. De winters waren heerlijk. Maar vanaf half april of zeker mei werd het steeds heter en steeds vochtiger. Dat bleef zo tot ver in de herfst, soms zelfs tot eind november.

Wat ‘rokjesdag’ voor Nederland is, is ‘condensbrildag’ voor de VAE. Op een dag loop je naar buiten en je (zonne)bril beslaat. Dan weet je dat de hete, vochtige maanden echt zijn begonnen. Maanden waarin je de buitenwereld meestal bekijkt door met condens bedekte ramen.

Airconditioning

Vergeleken met de maanden durende, bloedhete zomers in het Midden-Oosten stellen de zomers in Nederland uiteraard niks voor. Groot verschil is dat in de VAE in alle ruimtes van de huizen airconditioning is geïnstalleerd. Je kunt het binnen dus zo warm of zo koud maken als je wilt. Natuurlijk moet de airco dan wel werken, maar dat is weer een ander verhaal. Een verhaal over hevig zwetende verhuizers. Of een verhaal over een week lang slapen op een matras in de studeerkamer.

Enfin. Het wordt vanzelf wel minder warm. Het gaat vast binnenkort regenen. In Nederland is het immers nooit lang zomer.