De (on)zin van spellingsregels – volgens een tekstschrijver

Spellen volgens de tekstschrijver

Er gaan steeds meer stemmen op om de spellingsregels van ons mooie taaltje sterk te vereenvoudigen. Al die regels zijn zó 2016. Ik word, ik wort of ik wordt – het komt allemaal op hetzelfde neer. Toch?

Laatst keek ik over de schouder van mijn tienerdochter mee terwijl ze –vingervlug als ze is – een whatsappje voor een vriendin aan het tikken was. Ik zag dat ze ‘hij word’ tikte. Ik probeerde niet al te ontdaan te reageren. Een dochter van een tekstschrijver! Een dochter die supergoede cijfers voor het vak Nederlands haalt!  Dat ze een woord als alliteratie met één l of etymologie met th zou schrijven, oké. Maar een dt-fout?

’t Kofschip

Natuurlijk kent ze de regels van werkwoordvervoegingen perfect en vaart ze in haar dromen op ’t kofschip rond. Of beter gezegd: laat ze zich rondrijden in ’t kofschiptaxietje.  Ze reageerde dan ook heel laconiek toen ik haar wees op de fout. Vervolgens liet ze zien dat haar klasgenoten al whatsappend allemáál de spellingsregels aan hun laars lappen. Buiten het klaslokaal geldt: waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?

Eigenlijk had ze nog gelijk ook. Wat maakt het uit of je ‘hij word’ of ‘hij wordt’ schrijft? De lezer begrijpt heus wel wat je bedoelt. Bovendien kent het Nederlands ook wel heel veel spellingsregels en heel veel uitzonderingen op die regels. Ik heb best medelijden met al die kinderen en tieners die ze moeten leren, jaar in jaar uit. In die tijd hadden ze ook kunnen knutselen, muziek kunnen maken, buiten kunnen spelen, Spaans of Chinees kunnen leren….

NT2

En wat te denken van alle nieuwkomers in ons land die Nederlands als tweede taal (NT2) moeten leren? Ze zijn al blij als ze zich een beetje verstaanbaar kunnen maken. Wat maakt een letter te veel of te weinig aan het eind van een woord dan uit? Wie kan het wat schelen of je aliteratie of alliteratie schrijft? Nou ja, mij als tekstschrijver uiteraard.

En toch was ik stiekem blij dat mijn dochter nog snel een t aan ‘hij word’ toevoegde voordat ze het bericht verstuurde.